Niemann-Pick type C

Niemann-Pick type C 

Inleiding

De eerste Niemann-Pick patiënt werd in 1914 beschreven door de Duitse arts Niemann. In eerste instantie vermoedde hij dat het om een specifieke vorm van de ziekte van Gaucher was. Het was Pick die in 1927 duidelijk maakte dat het om een andere ziekte ging. Aan deze twee artsen heeft de ziekte haar naam te danken. Uiteindelijk is er gebleken dat de ziekte van Niemann-Pick in twee heel verschillende ziekten onderverdeeld moet worden: de ziekte van Nieman-Pick A/B (type A is de ernstige vorm, type B de milde vorm) en een andere ziekte: de ziekte van Niemann-Pick type C.
De patiënten die de ziekte van Niemann-Pick type C hebben, werden voor het eerst beschreven in 1958. De ziekte van Niemann-Pick is een lysosomale stapelingsziekte.

Lysosomen zijn onderdelen in de cellen van een mens. Het zijn in feite de recyclefabriekjes van de cel, waar moleculen worden afgebroken. Dit zijn oude, kapotte celonderdelen, of bijvoorbeeld delen van virussen of bacteriën die door het lichaam zijn vernietigd. In deze lysosomen worden grote moleculen in kleinere stukken geknipt, waarna ze vervolgens door de Cel hergebruikt worden. De gemiddeld 300 lysosomen in een cel zijn zeer verschillend. Hun vorm is afhankelijk van welke moleculen ze precies moeten afbreken. Binnen een lysosoom zijn zo’n tientallen enzymen actief, die elk een specifieke stap in het verknippen van een stof uitvoeren. Als er een Enzym ontbreekt of zijn werk niet goed doet, kan één stap in de verwerking niet worden uitgevoerd. De stof die verwerkt had moeten worden, hoopt zich dan op in het lysosoom. Vandaar de naam lysosomale stapelingsziekten: een ongewenste stof stapelt zich op in het lysosoom.
Dit heeft gevolgen voor de cel en uiteindelijk ook voor de organen en het lichaam.

Niemann-Pick type C wordt veroorzaakt door een fout in een transporteiwit dat cholesterol binnen de cel moet vervoeren. Door dit defect slaan Niemann-Pick C patiënten abnormaal grote hoeveelheden cholesterol en verschillende vetten op in hun lever en milt. Door deze stapeling in de cellen raken er ook andere processen van de stofwisseling verstoord, waardoor ook andere stoffen gaan stapelen. Eigenlijk is nog niet goed bekend wat er precies allemaal mis gaat in de cellen van patiënten met deze ziekte.

De ziekte van Niemann-Pick is een zeer zeldzame erfelijke ziekte. Een grove schatting is dat type C in Nederland voorkomt bij ongeveer 1 op de 285.000 levendgeboren kinderen. Deze schatting is slechts gebaseerd op enkele patiënten, waardoor ze niet erg nauwkeurig kunnen zijn. Toch laat het zien dat het hier gaat om een erg zeldzaam ziektebeeld.

Met ‘stofwisseling’ wordt het omzetten en verwerken van stoffen in ons lichaam bedoeld. Dat is nodig voor de opbouw van weefsels, zoals spieren, botten en organen en voor het vrijmaken van energie. De stofwisseling vindt plaats in alle cellen van ons lichaam, waar enzymen hun werk doen. Als er iets mis is met een enzym, is de stofwisseling verstoord. Een bepaalde stof kan niet meer worden omgezet en hoopt zich op in de cel, terwijl het mogelijk belangrijke product te weinig of soms helemaal niet meer gevormd wordt. Deze situatie kan tot min of meer ernstige klachten leiden. Dit noemen we een stofwisselingsziekte.

Symptomen

Er is een heel grote variatie in de ernst van de symptomen en het moment waarop ze optreden, maar over het algemeen worden kinderen met Niemann-Pick type C normaal geboren en ontwikkelen ze de eerste symptomen van hun ziekte in hun kindertijd (d.w.z. als ze tussen de drie en dertien jaar oud zijn). Heel soms is er direct na de geboorte sprake van ernstige leverziekte, waardoor het kind al heel jong overlijdt.

De “klassieke” symptomen zijn, dat een kind als zuigeling een periode van (meestal onbegrepen) geelzucht heeft doorgemaakt en daarvan herstelde om later, op de peuter- of kleuterschool, een afwijkende ontwikkeling te vertonen. Het wordt in de loop van de tijd duidelijk dat de geestelijke ontwikkeling vertraagt of zelfs stopt. Kinderen met Niemann-Pick C lijken onhandig, vallen vaak en kunnen bewegingsstoornissen krijgen. Deze bewegingstoornissen worden langzaam erger. Vaak komen daar (epileptische) aanvallen bij. Patiëntjes hebben soms een bolle buik door een vergrote lever en milt. Vaak gaan kinderen langzaam achteruit en krijgen steeds meer andere klachten, zoals bijvoorbeeld slikstoornissen.
Kinderen met deze vorm van de ziekte overlijden onbehandeld vaak op de tienerleeftijd of als jong volwassene. Maar er komen ook veel “mildere” vormen voor, die  zich bij volwassenen manifesteren als psychiatrische problemen.

Een heel kenmerkend symptoom voor Niemann-Pick type C is de verlamming van de oogbewegingen. In het begin (vaak op de kinderleeftijd) hebben patiënten enige moeite met het omhoog- of omlaag bewegen van hun ogen. Om dit gebrek te corrigeren gaan patiënten vaak veel knipperen met hun ogen of overdreven meebewegen met hun hoofd. Als ze ouder worden raakt de verticale oogbeweging helemaal verlamd. Ook kunnen patiënten moeite krijgen met het horizontaal bewegen van hun ogen.

 

Diagnose

De klinische verschijnselen kunnen ervoor zorgen dat de diagnose Niemann-Pick type C wordt vermoed. Met name de verlamming van de verticale oogbeweging is een sterke aanwijzing dat het om Niemann-Pick type C gaat. Voor een definitieve diagnose zijn echter laboratoriumtests nodig.
Het vaststellen van de diagnose is bij Niemann-Pick type C heel moeilijk en duurt somsmaanden. Op dit moment kan de diagnose gesteld worden door onderzoek te doen in gekweekte huidcellen. DNA-analyse wordt gebruikt om de diagnose te bevestigen.

Bij de meeste patiënten is het ook mogelijk om de genetische afwijkingen, die de ziekte veroorzaken, in het erfelijk materiaal vast te stellen. In de meeste gevallen is prenataal onderzoek (vlokkentest) mogelijk als de ziekte bij een eerder kind helemaal zeker is vastgesteld.

Behandeling

De ziekte van Niemann-Pick type C is niet te genezen. Op dit moment is er in Europa 1 geregistreerd medicijn voor kinderen en volwassenen (Miglustat), dat de aanmaak remt van bepaalde vetten die bij deze ziekte in  de hersenen wordt opgeslagen. Het vertraagt met name de neurologische achteruitgang  (oogbewegingsstoornissen, slikstoornissen). Dit betekent dat dit middel niet voor elke patiënt geschikt zal zijn. Er zijn een aantal behandelingen in onderzoek, waaronder behandeling met cyclodextrinen, die het teveel aan cholesterol moeten ‘inkapselen’ en gentherapie.

Omdat de ziekte te maken heeft met het cholesterol-transport in de cellen, helpen een dieet (cholesterol arm) of cholesterolverlagende medicijnen niet.

Erfelijkheid

Erfelijkheid

Stofwisselingsziekten zijn erfelijke ziekten. Meestal wordt dan gedacht aan ziekten of eigenschappen die al generaties ‘in de familie’ zitten, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. We proberen het zo duidelijk mogelijk uit te leggen.
Het menselijk lichaam bestaat uit allemaal cellen. In de kern van iedere cel zitten chromosomen. Chromosomen zijn strengen erfelijk materiaal. Ze bestaan uit een stof die we DNA noemen. In dit DNA zit een soort ‘code’ waarin al onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. Het DNA is er in tweevoud: de ene helft van het DNA komt van de vader en de andere helft van de moeder.
Normaal gesproken zijn er per cel 22 gelijke chromosoomparen (autosomen). Het 23e paar is geslachtsbepalend en dus verschillend bij mannen en vrouwen: een vrouw heeft twee X-chromosomen en een man heeft een X- en een Y-chromosoom. Een man erft het Y-chromosoom altijd van zijn vader en het X-chromosoom van zijn moeder. Een vrouw krijgt van haar vader én van haar moeder een X-chromosoom.
Op de chromosomen zitten de genen. Een gen is een stukje DNA. Elk gen beschrijft de code van één erfelijke eigenschap. Bijvoorbeeld hoe je eruitziet en hoe je lichaam werkt. Van elk gen zijn er twee kopieën: één afkomstig van de moeder, één afkomstig van de vader. Als er een verandering in een gen optreedt, heet dat een mutatie.

Autosomaal recessief

Deze stofwisselingsziekte erft ‘autosomaal recessief’ over. Autosomaal betekent dat het afwijkende gen (het gen met de mutatie) niet op de geslachtschromosomen X en Y ligt maar op één van de 22 gewone chromosomen. Zowel jongens als meisjes kunnen de aandoening dan krijgen. Ook is de kopie van het gen op het ene chromosoom zwakker dan de functionerende kopie van het gen op het andere chromosoom. Dit wordt bedoeld met de term recessief. Dit betekent meestal dat dragers van één afwijkend gen daarvan geen klachten hebben, omdat het functionerende gen op het andere chromosoom wel werkt en de taak van de afwijkende kopie compenseert.
Om ziekteverschijnselen te hebben zijn er dus twee afwijkende genen nodig. Iemand met een autosomaal recessief overervende stofwisselingsziekte heeft van allebei de ouders precies het afwijkende deel van het gen geërfd. Bij deze persoon zorgt deze combinatie voor een genetische code die niet werkt. Hierdoor kan één enzym of eiwit niet of niet voldoende worden gemaakt. Dat zorgt voor de ziekteverschijnselen.

Dragerschap en overerving

In de meeste gevallen hebben beide ouders nergens last van. Zij zijn dan gezonde dragers. Het functionerende gen op het andere chromosoom zorgt ervoor dat het benodigde enzym of eiwit bij hen voldoende wordt aangemaakt. Elk mens heeft ongeveer 25.000 genen. En elk mens draagt meerdere recessief afwijkende genen met zich mee en merkt daar meestal helemaal niets van. De variatie in onze genen, inclusief de recessieve afwijkingen, maken ons tot unieke individuen. Maar zorgen er dus ook voor dat er ineens een kind kan worden geboren met een erfelijke aandoening. Zonder dat die aandoening in de familie voorkomt. Zonder dat ouders wisten dat zij drager waren.
Als we weten dat beide ouders drager zijn van hetzelfde afwijkende gen, weten we dat ze bij elke zwangerschap een kans van 1 op 4 (25%) hebben op een kind met de ziekte. Ook hebben ze een kans van 3 op 4 (75%) op een kind dat niet ziek is. Van de gezonde kinderen zal 2/3, net als de ouders, gezonde drager zijn. Deze kinderen kunnen de ziekte alleen doorgeven als hun partner ook dezelfde afwijking heeft op zijn of haar DNA.

Overige informatie

Omim nummer

Synoniemen:

Niemann-Pick type C
NPC
Ziekte van Niemann-Pick met cholesterol esterification block
Ziekte van Niemann-Pick, subacute juveniel vorm
Ziekte van Niemann-Pick, chronische neuronopatische vorm
Ziekte van Niemann-Pick zonder sphingomyelinase deficiëntie
Neurovisceral storage disease with vertical supranuclear ophthalmoplegia

Meest gebruikte naam

Niemann-Pick, ziekte van (type C)

Zorgpad:


Zorgpad Niemann-Pick C patiënten

Zorgpad Niemann-Pick C patiënten

Zorgpad 2.0 Niemann-Pick type C voor behandelaren

Zorgpad 2.0 Niemann-Pick type C voor behandelaren

Kenniskaarten:

Informatie voor kinderen:

stripalgemeen

Stripboek

Zijn er leden met deze ziekte?

Er zijn 22 leden met ‘Niemann-Pick type C’ bij ons aangemeld.

Datum laatst bewerkt:

11 August 2021

Autorisatie door:

prof. dr. F.A. Wijburg

Disclaimer

Aan de ziekte-informatie kunnen geen rechten worden ontleend. De informatie is mogelijk niet op alle punten actueel, omdat de ontwikkelingen en inzichten snel kunnen gaan. VKS tracht de ziekte-informatie zo goed mogelijk actueel te houden.
Ervaringsverhalen zijn persoonlijke verhalen. De beschrijving van de ziekte en symptomen gelden voor deze persoon. Zoals voor veel erfelijke ziekten geldt, is er een behoorlijke variatie in ernst onder de patiënten. U kunt uit dit verhaal dan ook geen algemene conclusies trekken. Het verhaal geeft slechts een beeld hoe het leven met deze stofwisselingsziekte in de praktijk eruit kan zien.

Heeft u hulp nodig bij het inloggen?

Vond u deze informatie nuttig? Help ons dan om dit in stand te houden.