Riboflavine transporter deficiëntie

Riboflavinetransporterdeficiëntie (RTD) 

Inleiding

Riboflavinetransporterdeficiëntie is een aandoening die met name de zenuwcellen beschadigt. Het gaat dan onder andere om de zenuwen van de oren naar de hersenen en in een onderdeel van de hersenstam en zenuwbanen van en naar de armen en benen. Daarom kunnen patiënten met riboflavinetransporterdeficiëntie klachten hebben die veroorzaakt worden door het niet goed doorkomen van signalen van deze zenuwen.

Het defecte of ontbrekende enzym/eiwit
Bij deze aandoening zijn er mutaties in het gen SLC52A2 of SLC52A3. Deze genen coderen voor eiwitten die de riboflavinetransporter vormen. Zij regelen de opname van riboflavine uit de darm naar de bloedbaan, en vanuit het bloed naar de cellen van onder andere de hersenen. Riboflavine is een vitamine (B2) en is essentieel voor cellen om hun normale functies uit te voeren.

Zeldzaamheid
Er zijn ongeveer 100 patiënten bekend met deze aandoening.
 

Symptomen

Riboflavinetransporterdeficiëntie kan op alle leeftijden de eerste klachten geven, van de eerste levensmaanden tot de jongvolwassen leeftijd.

De symptomen en de ernst ervan zijn sterkverschillend per patiënt. Bij jonge kinderen valt vaak als eerste op dat er zwakte van de spieren is of dat ze veel struikelen. Er kunnen slikproblemen en voedingsproblemen zijn. Veel patiënten hebben problemen met het gehoor. Op iets oudere leeftijd treden de gehoorproblemen vaak als eerste symptoom op. Door spierzwakte en door verlamming van het middenrif kunnen zich vooral bij jonge kinderen ernstige ademhalingsproblemen voordoen.

Als de ziekte zich op zeer jonge leeftijd presenteert en niet behandeld wordt, is de levensverwachting laag. De patiënt leeft dan vaak niet langer dan een jaar na de diagnose. Als de ziekte pas zichtbaar wordt rond 15-20 jaar, is dit een stuk beter. Patiënten kunnen na de diagnose dan nog wel tien jaar leven. Als er snel met de behandeling wordt gestart, kunnen veel van de klachten verdwijnen. Bij alle tot nu toe beschreven patiënten zijn de klachten verbeterd of ten minste niet verder toegenomen na de start van de behandeling.
 

Diagnose

De diagnose kan alleen maar worden gesteld door de foutjes in de betreffende genen aan te tonen. Omdat dat onderzoek lang kan duren en snelle behandeling van belang is, wordt geadviseerd om een patiënt die verdacht wordt van een riboflavinetransporterdeficiëntie altijd direct te behandelen tot de uitslag van het genetisch onderzoek bekend is.

Behandeling

De behandeling bestaat uit dagelijkse inname van een hoge dosis riboflavine, 2 à 3 x per dag.

Deze medicatie mag nooit worden overgeslagen. Als de klachten langer bestaan voordat de behandeling wordt gestart, kan er al blijvende schade zijn. Sommige symptomen zijn dan onomkeerbaar. Om dit te voorkomen moet zo snel mogelijk en levenslang dagelijks riboflavine worden toegediend. Het is bewezen dat riboflavinebehandeling zeer effectief is en levensreddend. Naast de riboflavine bestaat de behandeling voornamelijk uit het ondersteunen van de patiënt om het verdere leven zo aangenaam mogelijk te maken en goede controle van het gehoor, het gezichtsvermogen en de functies van het zenuwstelsel.

Kinderen met riboflavinetransporterdeficiëntie krijgen dezelfde vaccinaties als andere kinderen. Dit loopt via het Rijksvaccinatieprogramma van de GGD.
 

Erfelijkheid

Erfelijkheid

Stofwisselingsziekten zijn erfelijke ziekten. Meestal wordt dan gedacht aan ziekten of eigenschappen die al generaties ‘in de familie’ zitten, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. We proberen het zo duidelijk mogelijk uit te leggen.
Het menselijk lichaam bestaat uit allemaal cellen. In de kern van iedere cel zitten chromosomen. Chromosomen zijn strengen erfelijk materiaal. Ze bestaan uit een stof die we DNA noemen. In dit DNA zit een soort ‘code’ waarin al onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. Het DNA is er in tweevoud: de ene helft van het DNA komt van de vader en de andere helft van de moeder.
Normaal gesproken zijn er per cel 22 gelijke chromosoomparen (autosomen). Het 23e paar is geslachtsbepalend en dus verschillend bij mannen en vrouwen: een vrouw heeft twee X-chromosomen en een man heeft een X- en een Y-chromosoom. Een man erft het Y-chromosoom altijd van zijn vader en het X-chromosoom van zijn moeder. Een vrouw krijgt van haar vader én van haar moeder een X-chromosoom.
Op de chromosomen zitten de genen. Een gen is een stukje DNA. Elk gen beschrijft de code van één erfelijke eigenschap. Bijvoorbeeld hoe je eruitziet en hoe je lichaam werkt. Van elk gen zijn er twee kopieën: één afkomstig van de moeder, één afkomstig van de vader. Als er een verandering in een gen optreedt, heet dat een mutatie.

Autosomaal recessief

Deze stofwisselingsziekte erft ‘autosomaal recessief’ over. Autosomaal betekent dat het afwijkende gen (het gen met de mutatie) niet op de geslachtschromosomen X en Y ligt maar op één van de 22 gewone chromosomen. Zowel jongens als meisjes kunnen de aandoening dan krijgen. Ook is de kopie van het gen op het ene chromosoom zwakker dan de functionerende kopie van het gen op het andere chromosoom. Dit wordt bedoeld met de term recessief. Dit betekent meestal dat dragers van één afwijkend gen daarvan geen klachten hebben, omdat het functionerende gen op het andere chromosoom wel werkt en de taak van de afwijkende kopie compenseert.
Om ziekteverschijnselen te hebben zijn er dus twee afwijkende genen nodig. Iemand met een autosomaal recessief overervende stofwisselingsziekte heeft van allebei de ouders precies het afwijkende deel van het gen geërfd. Bij deze persoon zorgt deze combinatie voor een genetische code die niet werkt. Hierdoor kan één enzym of eiwit niet of niet voldoende worden gemaakt. Dat zorgt voor de ziekteverschijnselen.

Dragerschap en overerving

In de meeste gevallen hebben beide ouders nergens last van. Zij zijn dan gezonde dragers. Het functionerende gen op het andere chromosoom zorgt ervoor dat het benodigde enzym of eiwit bij hen voldoende wordt aangemaakt. Elk mens heeft ongeveer 25.000 genen. En elk mens draagt meerdere recessief afwijkende genen met zich mee en merkt daar meestal helemaal niets van. De variatie in onze genen, inclusief de recessieve afwijkingen, maken ons tot unieke individuen. Maar zorgen er dus ook voor dat er ineens een kind kan worden geboren met een erfelijke aandoening. Zonder dat die aandoening in de familie voorkomt. Zonder dat ouders wisten dat zij drager waren.
Als we weten dat beide ouders drager zijn van hetzelfde afwijkende gen, weten we dat ze bij elke zwangerschap een kans van 1 op 4 (25%) hebben op een kind met de ziekte. Ook hebben ze een kans van 3 op 4 (75%) op een kind dat niet ziek is. Van de gezonde kinderen zal 2/3, net als de ouders, gezonde drager zijn. Deze kinderen kunnen de ziekte alleen doorgeven als hun partner ook dezelfde afwijking heeft op zijn of haar DNA.

Overige informatie

Omim nummer

Synoniemen:

RTD

Meest gebruikte naam

Riboflavine Transporter Deficiëntie (RTD)

Zorgpad:


Zorgpad 2.0 Riboflavinetransporterdeficiëntie (RTD)voor patiënten

Zorgpad 2.0 Riboflavinetransporterdeficiëntie (RTD)voor patiënten

Zorgpad 2.0 Riboflavinetransporterdeficiëntie (RTD) voor behandelaren

Zorgpad 2.0 Riboflavinetransporterdeficiëntie (RTD) voor behandelaren

Informatie voor kinderen:

stripalgemeen

Stripboek

Zijn er leden met deze ziekte?

Er zijn 2 leden met ‘Riboflavinetransporterdeficiëntie (RTD)’ bij ons aangemeld.

Datum laatst bewerkt:

10 August 2021

Autorisatie door:

A.M. Bosch

Disclaimer

Aan de ziekte-informatie kunnen geen rechten worden ontleend. De informatie is mogelijk niet op alle punten actueel, omdat de ontwikkelingen en inzichten snel kunnen gaan. VKS tracht de ziekte-informatie zo goed mogelijk actueel te houden.
Ervaringsverhalen zijn persoonlijke verhalen. De beschrijving van de ziekte en symptomen gelden voor deze persoon. Zoals voor veel erfelijke ziekten geldt, is er een behoorlijke variatie in ernst onder de patiënten. U kunt uit dit verhaal dan ook geen algemene conclusies trekken. Het verhaal geeft slechts een beeld hoe het leven met deze stofwisselingsziekte in de praktijk eruit kan zien.

Heeft u hulp nodig bij het inloggen?

Vond u deze informatie nuttig? Help ons dan om dit in stand te houden.